Buitenechtelijke zoon van prins Hendrik. Over de buitenechtelijke betrekkingen van prins Hendrik, echtgenoot van koningin Wilhelmina, deden al sinds de Eerste Wereldoorlog geruchten de ronde.
Pas in 1979 onthulde L. de Jong het bestaan van een halfbroer van koningin Juliana. Koningin Juliana, die zeer op haar vader gesteld was, heeft vergeefs gepoogd publicatie te verhinderen. Allerlei journalisten spanden zich in om de onbekende halfbroer op te sporen. De journaliste Jos Hagers kwam als eerste met een stuk in dagblad De Telegraaf. Het bleek te gaan om de Brabantse advocaat Albrecht Willem (Pim) Lier. Deze was op 22 juli 1918 te Den Haag geboren als buitenechtelijke zoon van de weduwe Willemina Martina (Mien) Abbo-Wenneker, met wie prins Hendrik enige tijd een verhouding had.
Mien Wenneker hertrouwde in 1919 met Jan Derk Lier, die Pim als zijn zoon erkende. Prins Hendrik zorgde van meet af aan voor zeer ruime financiële ondersteuning. Na het overlijden van prins Hendrik in 1934 nam koningin Wilhelmina de geldelijke verplichtingen over. Pim Lier kreeg naar eigen zeggen op zijn achttiende te horen dat hij een zoon was van prins Hendrik, maar had daar altijd over gezwegen uit respect voor de koninklijke familie. Onder invloed van de plotselinge publiciteit in 1979 ontwikkelde hij politieke ambities en gingen hij en zijn vrouw op steeds grotere voet leven. Lier sloot zich uiteindelijk aan bij de extreemrechtse Centrumpartij, waarvoor hij in de Tweede Kamer hoopte te komen.
Daar kwam niets van terecht, maar wel raakte hij in financiële moeilijkheden. In 1986 doodde hij zijn ongeneeslijk zieke vrouw, waarvoor hij in 1987 tot vier en een half jaar gevangenisstraf werd veroordeeld. Na zijn vrijlating begin jaren negentig is hij buiten de publiciteit gebleven.
