Gepubliceerd op 29-06-2020

Kabinet des Konings

betekenis & definitie

Of: Kabinet der Koningin; een van de drie ‘bevriende diensten’. Het Kabinet des Konings vormt de ambtelijke ondersteuning van de Koning bij de uitoefening van zijn staatsrechtelijke taken en vormt de schakel tussen hem en de ministers.

Het Kabinet valt onder de verantwoordelijkheid van de minister-president, maar maakt geen deel uit van het ministerie van Algemene Zaken. Het Kabinet des Konings werd in 1841 opgericht door koning Willem II. Het nam taken over van de Kabinetssecretarie (in feite het privé-secretariaat van de koning) en de Staatssecretarie (voor ondersteuning bij de bestuurlijke aangelegenheden van de Koning). De Staatssecretarie werd in 1840 opgeheven; in 1842 werd de ministerraad ingesteld.De directeuren van het Kabinet des Konings waren aanvankelijk ook belast met het aanzoeken van kandidaten voor het ministersambt en met het secretariaat van de ministerraad. Met de invoering van de ministeriële verantwoordelijkheid in 1848 verschoof het zwaartepunt van de besluitvorming van de Koning naar de ministerraad. Daarmee veranderde ook de positie van de directeur van het Kabinet. Vanaf 1862 was hij niet langer secretaris van de ministerraad. Aan de grote politieke invloed van de directeur kwam na vele conflicten met bewindslieden een einde onder het directeurschap van

J.F. Alewijn (1877-1893), die zich meer dan zijn voorgangers als ambtenaar opstelde.

Het soms eigengereide optreden van de directeuren en de uitzonderlijke staatsrechtelijke positie van het Kabinet des Konings geen onderdeel van de hofhouding, maar ook geen onderdeel van een ministerie heeft verschillende keren aanleiding gegeven tot kritiek van ministers en de Tweede Kamer. Bijvoorbeeld in 1950, toen Kamerleden zich afvroegen of de toenmalige directeur de grenzen van zijn ambt wel kende, of in de periode 1968-1984, toen de directeur weigerde meer dan vijftig jaar oude stukken van het Kabinet over te dragen aan het Rijksarchief, zoals de archiefwetgeving voorschreef. Maar ook in maart 2003, ten tijde van de zogeheten Margaritakwestie. Uit mededelingen van minister-president J.P. Balkenende bleek dat de directeur van het Kabinet der Koningin, drs. F.E.R.

Rhodius, in 2000 de Binnenlandse Veiligheidsdienst had gevraagd een onderzoek te doen naar de heer E. de Roy van Zuydewijn, de aanstaande verloofde van prinses Margarita. Hierover was geen overleg gepleegd met de verantwoordelijke ministers. De regering heeft vervolgens de positie van het Kabinet der Koningin verhelderd, door het vanaf 2004 onder te brengen bij de begroting van Algemene Zaken, onder politieke verantwoordelijkheid van de minister-president.

Naar aanleiding van de Margarita-kwestie zijn de taken van het Kabinet der Koningin in 2003 opnieuw omschreven in een Koninklijk Besluit. Naast het ondersteunen van de Koning in zijn contacten met de andere leden van de regering, is het Kabinet medeverantwoordelijk voor het correcte verloop en de inhoudelijke voorbereiding van contacten van de Koning met andere binnen- en buitenlandse autoriteiten en hoogwaardigheidsbekleders. Te denken valt aan gesprekken met Kamerleden, commissarissen van de Koning, burgemeesters, de vice-president van de Raad van State, enzovoort. Ook wanneer ambassadeurs hun geloofsbrieven komen aanbieden is het Kabinet bij de voorbereiding betrokken.

De ambtelijke ondersteuning door het Kabinet bestaat verder uit het ter tekening voorleggen van wetten en alle andere regeringsstukken die de handtekening van de Koning vereisen (jaarlijks circa 5500), voorzien van een toelichtende samenvatting; inhoudelijke (mede)voorbereiding van staats- en werkbezoeken van de Koning; het archiveren van de originele staatsstukken (13.000 tot 14.000 per jaar); en de zorg voor afhandeling van verzoekschriften van burgers en gratieverzoeken; tussen de 5500 en 6000 per jaar. Verzoekschriften van burgers aan de koningin worden in behandeling genomen door het Kabinet der Koningin. Het Kabinet informeert de koningin over de inhoud ervan en draagt ze over aan de verantwoordelijke minister of staatssecretaris. Ook is het Kabinet verantwoordelijk voor de bekendmaking van formatie- en informatieopdrachten van de koningin ten tijde van kabinetsformaties. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van de reguliere kanalen van de Rijksvoorlichtingsdienst.

In het Nederlandse staatsbestel is het niet mogelijk dat regeringsstukken namens de Koning getekend worden. Dit houdt in dat ook tijdens vakanties of een langer buitenlands verblijf van de Koning een medewerker van het kabinet als liaison in de nabijheid van de vorst(in) is, en indien noodzakelijk stukken ter tekening voorlegt. Toen de koningin in 1987 getroffen werd door een lichte vorm van hersenvliesontsteking, was een van de weinigen die tot haar ziekbed werden toegelaten de directeur van het Kabinet der Koningin met spoedeisende stukken. De directeur van het Kabinet heeft wekelijks overleg met de koningin. Ook is hij aanwezig bij de secretarievergadering op maandag. Hij vergezelt de koningin ook op staatsbezoeken. Het Kabinet der Koningin telt circa 35 medewerkers.

Het Kabinet der Koningin is sinds 1914 gevestigd in het voormalige woonhuis van G. Groen van Prinsterer, Korte Vijverberg 3 te Den Haag. Koningin Juliana gebruikte Korte Vijverberg 3 na haar aftreden in 1980 geregeld om vanuit een van de vensters de koninklijke stoet op Prinsjesdag gade te slaan.

Zie ook kabinetsraad.

< >