Gepubliceerd op 29-06-2020

jagermeester

betekenis & definitie

Hoffunctionaris die aan het hoofd staat van het koninklijk jachtdepartement. Tot de taken van de jagermeester hoort het zorgdragen voor de kwaliteit en kwantiteit van het (grof)wild.

Hieronder valt het regelen van het afschot, het toezien op de gezondheid van het wild en het bijvoederen. Verder is de jagermeester belast met de organisatie van de hofjachten en begeleidt hij gasten tijdens de jacht. Met de invoering van de Jachtwet van 1852 werd de functie van jagermeester als overheidsbetrekking afgeschaft. Daarna stelde Willem III een aantal jagermeesters aan in dienst van de hofhouding. Sinds de opheffing van het Zuid-Hollandse jachtdepartement in de jaren ’80 van de twintigste eeuw kent Nederland nog slechts één jagermeester. Deze beheert het kroondomein bij Het Loo.

De huidige jagermeester is eveneens opperhoutvester en rentmeester. Hierdoor is de verantwoordelijkheid voor zowel het floraals het faunabeheer van het kroondomein in één persoon verenigd.

< >