Gepubliceerd op 29-06-2020

herinneringsobjecten

betekenis & definitie

Vaak worden ter gelegenheid van belangrijke gebeurtenissen in de koninklijke familie (een geboorte, huwelijk, troonsbestijging of jubileum) gebruiks- en siervoorwerpen vervaardigd. Het gaat daarbij meestal om commerciële producten.

Er is al keramiek bekend uit de 16e eeuw met de afbeelding van het wapen van prins Willem I van Oranje. Omdat de Oranjes in de Republiek niet door iedereen gewaardeerd werden, kon het bezitten en tonen van voorwerpen met afbeeldingen of wapenschilden van leden van het geslacht (Oranje-)Nassau als politieke stellingname worden gezien. Tijdens het stadhouderschap van Willem V, van 1751-1795, is meer Oranjekeramiek gemaakt dan in enige periode ervoor of erna. Dat kan niet los worden gezien van de scherpe tegenstellingen tussen patriotten en prinsgezinden, waarbij de aanhangers van de Prins van Oranje zich op straat tooiden met oranje kokardes (reversversieringen) en in hun huis keramiek hadden met een afbeelding van prins Willem V, zijn echtgenote Wilhelmina van Pruisen of van een oranjeboompje, al dan niet met opschriften als ‘Vivat Oranje’ (Leve Oranje). Van koning Willem 1 en zijn gemalin koningin Wilhelmina zijn al enkele voorHerinneringsmedailles 1898 Van de inhuldigingsmedaille 1898 zijn 400 draagmedailles in brons geslagen. Deze werden toegekend aan leden van de hofhouding en aan het hofpersoneel.De voorzijde toont de portretten van koningin Wilhelmina en koningin-moeder Emma; de keerzijde WILHELMINA / KONINGIN DER NEDERLANDEN / EMMA / KONINGIN WEDUWE REGENTES / NOVEMBER 1890-31 AUGUSTUS 1898. Het lint is oranje met in het midden een nassaublauwe baan. Het ontwerp van de voorzijde was van J.H.Ph. Wortman en de keerzijde werd ontworpen door het Atelier van de Koninklijke Utrechtse Fabriek van Zilverwerken van C.J. Begeer.

1901

Van de huwelijksmedaille 1901 werden 217 zilveren en 220 bronzen exemplaren vervaardigd. De zilveren zijn toegekend aan de buitenlandse gasten, hun begeleiders en de leden van de hofhouding; de bronzen aan het hofpersoneel. De voorzijde van de medaille toont de portretten van koningin Wilhelmina en prins Hendrik; de keerzijde het monogram WH met midden onder een banderol met de tekst 7 FEBR. 1901. Het lint werd uitgevoerd in kleuren die de vorstenhuizen Oranje-Nassau en Mecklenburg-Schwerin symboliseren. Het ontwerp was van Pier Pander.

1926

Bij het zilveren huwelijksfeest van koningin Wilhelmina zijn 800 herinneringsmedailles 1926 vervaardigd. Deze werden toegekend aan familieleden, hoffunctionarissen, hofpersoneel en ander betrokken personeel.

De voorzijde toont de portretten van koningin Wilhelmina en prins Hendrik; de keerzijde en het lint zijn identiek aan die van de huwelijksmedaille 1901. Alleen de tekst op de banderol werd aangepast en luidt 1901 7 FEBR. 1926. Het ontwerp van de voorzijde was van J.J. van Goor en de keerzijde van Pier Pander.

1933

Ter herinnering aan de viering van het 35-jarig regeringsjubileum van koningin Wilhelmina ontvingen de leden van de erewacht van 18 oud-cadetten en 18 oudadelborsten, die ook bij de inhuldiging in 1898 hiervan deel hadden uitgemaakt, de herinneringsmedaille 1933. Eén extra exemplaar was bestemd voor het Amsterdam Historisch Museum.

De voorzijde toont een portret uit 1898 van koningin Wilhelmina; op de keerzijde staat in 4 regels: 1898 / EREWACHT / CADETTEN & ADELBORSTEN / 1933. Het lint is identiek aan dat van de inhuldigingsmedaille 1898. De voorzijde van de medaille werd oorspronkelijk in 1899 ontworpen door H.J.A. Baars.

1937

Van de huwelijksmedailles 1937 zijn circa 1200 exemplaren vervaardigd. De voorzijde toont de portretten van prinses Juliana en prins Bernhard; de keerzijde twee gespiegelde monogrammen ( en B met als omschrift 1937 7 JANUARI. Het lint is in kleuren die de vorstenhuizen Oranje-Nassau, Mecklenburg-Schwerin en Lippe symboliseren. Het ontwerp van de voorzijde was van A.S.N.L. Dupuis en van de keerzijde van J.J. van Goor.

1948

Van de inhuldigingsmedaille 1948 werden ongeveer 3240 exemplaren vervaardigd.

De voorzijde toont de portretten van koningin Juliana en prins Bernhard; de keerzijde toont het gekroonde monogram J met het omschrift JULIANA KONINGIN DER NEDERLANDEN, daarbinnen het omschrift INHULDIGING 6 SEPTEMBER 1948.

De kleuren rood, wit, blauw, oranje en nassaublauw komen in het lint voor. Het ontwerp was van Nel Klaassen.

1962

Bij het zilveren huwelijksfeest van koningin Juliana en prins Bernhard werden 1810 herinneringsmedailles 1962 vervaardigd. De voorzijde toont de portretten van het zilveren paar, de keerzijde een ring waarin het opschrift 1937-1962 7 JANUARI en een gestileerd monogram JB. Het lint is identiek aan dat van de huwelijksmedaille 1937. Het ontwerp was van Katinka de Bruijn-van Rood.

1966

Van de huwelijksmedaille 1966 zijn ongeveer 3100 draagmedailles vervaardigd.

De voorzijde toont de portretten van prinses Beatrix en prins Claus; de keerzijde het monogram CB met het omschrift 10 MAART 1966. De kleuren van lint symboliseren het Huis Oranje-Nassau en de familie Von Arnsberg. Katinka de Bruijn-van Rood heeft voor het ontwerp gezorgd.

1980

Van de inhuldigingsmedaille 1980 werden ongeveer 12750 draagmedailles vervaardigd.

De voorzijde toont het portret van koningin Beatrix; de keerzijde de letter B, waaronder het opschrift: 30 april 1980. Het omschrift luidt: BEATRIX KONINGIN DER NEDERLANDEN. De kleur van het lint is oranje met in het midden drie verticale banen in nassaublauw. Deze medaille en de volgende werden ook ontworpen door Katinka de Bruijn-van Rood.

Tijdens het eerste bezoek van koningin Beatrix als hoofd van het Koninkrijk der Nederlanden aan de Nederlandse Antillen werden 615 medailles bezoek Nederlandse Antillen 1980 toegekend. De voorzijde en het lint van de medaille zijn identiek aan die van de Inhuldigingsmedaille 1980; de keerzijde toont de letter B met links en rechts daarvan het jaartal 1980, waaronder het opschrift 29 OKT. 8 NOV. Het omschrift luidt BEATRIX KONINGIN DER NEDERLANDEN.

2002

Van de huwelijksmedaille 2002 zijn ongeveer 12.000 exemplaren geslagen.

De voorzijde toont de elkaar aanziende portretten van prins Willem-Alexander en prinses Máxima. Tot 2002 was het gebruikelijk dat portretten linksgewend op medailles afgebeeld werden. De keerzijde toont het monogram WM met omschrift TWEE TWEE TWEEDUIZEND TWEE MÁXIMA WILLEM-ALEXANDER. De kleuren van het lint symboliseren het Huis Oranje-Nassau en de familie Zorreguieta. Het ontwerp was van H.J. van Houwelingen.

werpen gemaakt in de tijd dat Willem nog erfprins was. Naar aanleiding van zijn inhuldiging als Soeverein Vorst zijn onder andere een porseleinen kop en schotel gemaakt. Ook de aanvaarding van de koninklijke waardigheid in 1815 leverde enig gelegenheidsaardewerk op. Van de koningen Willem II en III zijn afgezien van prenten weinig herinneringsobjecten bekend. In het vierde kwart van de 19e eeuw was sprake van de opkomst van een massacultuur, onder andere ook door mechanisering van de productieprocessen. Herinneringsobjecten konden op grotere schaal en daarmee goedkoper gemaakt worden.

Bekers en borden die herinnerden aan de inhuldiging van bijvoorbeeld koningin Wilhelmina, kwamen binnen het bereik van een groter publiek. In deze tijd werd vaderlandsliefde krachtig gestimuleerd en aanhankelijkheidsbetuigingen aan het koningshuis vormden hier een onderdeel van. Voor het ontwerpen van de herinneringsobjecten werden ook bekende art-nouveaukunstenaars ingezet, zoals C.A. Lion Cachet, die in opdracht van het gemeentebestuur van Amsterdam een bordje ontwierp met een gekroonde W, dat uitgereikt werd aan alle Amsterdamse schoolkinderen in 1898. De Maastrichtse Aardewerkfabriek Petrus Regout & Co. vervaardigde het bord in een oplage van 78.000 stuks. Vanaf die datum is er eigenlijk geen feestelijke of treurige gebeurtenis in de koninklijke familie geweest, die niet herdacht werd met commercieel vervaardigde tegels, borden, koekblikken, lepeltjes, theedoeken en dergelijke.

Het bestaan van de herinneringsobjecten werkte in de hand dat mensen ze gingen verzamelen. Sommige van deze verzamelingen kwamen terecht in musea, zoals Paleis Het Loo Nationaal Museum of de Fraeylemaborg in Slochteren. Ook hebben enkele verzamelaars hun collectie herinneringsobjecten voor het publiek toegankelijk gemaakt. Zo zijn er Oranjemusea in Buren en ’s-Gravendeel die voortkomen uit particuliere verzamelingen.

< >