Internationale conferentie, met een onderbreking gehouden in Wenen van 18 september 1814 tot 9 juni 1815, die ten doel had wegen te vinden tot duurzame vrede in post-Napoleontisch Europa.
De Franse keizer Napoleon trad af in april 1814. Hij werd met medeneming van wat eigen troepen verbannen naar het eiland Elba. Het Europese continent was door hem flink in beroering gebracht en verkeerde in chaos. De Europese vorsten streefden naar duurzame vrede. Daartoe werd in de nazomer van 1814 het Congres van Wenen georganiseerd. Op dit Congres waren nagenoeg alle Europese regerende vorsten aanwezig met hun gezanten.
De meesten waren echter meer vertrouwd met feestvieren dan met grondig diplomatiek overleg. Dit ontlokte een van de feestvierders, de prins de Ligne, de beroemde uitspraak dat het Congres niet opschoot, maar danste.
Nederland stelde op dat moment nauwelijks iets voor in Europa. De Soeverein Vorst, Willem I, was dan ook niet in eigen persoon aanwezig op het Congres. Hij vertrouwde de behartiging van zijn belangen toe aan de Engelse ambassadeur Lord Clancarty. Willem I hoopte op het Congres te bereiken dat Nederland definitief zou worden samengevoegd met de oude Oostenrijkse Nederlanden (het grootste gedeelte van het huidige België). Daarnaast wilde hij de Nassause erflanden in Duitsland behouden en Limburg, Luik en Luxemburg verwerven. Ook wenste hij een vrije verbinding tussen Nederland en de Nassause erflanden in de vorm van de toewijzing van een gebied langs de Moezel.
Verder waren zijn ogen gericht op een flink stuk land op de rechteroever van de Maas van Mook af naar het zuiden om Pruisen niet te dicht langs de rivier te krijgen. Pruisen had echter wensen die hiermee in strijd waren. Het wilde het hele rijk van Willem opnemen in de Duitse Bond. Maar Engeland wenste niet dat een grote mogendheid havens aan de Noordzee zou krijgen. De Engelsen wilden Willems wensen echter ook niet volledig inwilligen. Engeland was voorstander van een zo kort mogelijke grens tussen Nederland en Frankrijk en wilde Willem voor het afstaan van grond compenseren in de vorm van achterland aan de Rijn.
Pruisen was daar tegen. Onenigheid op het Congres leidde ertoe dat Engeland, Frankrijk en Oostenrijk op 3 januari 1815 een geheim verdrag tekenden om eventuele expansiedrift van Pruisen en Rusland te beteugelen. Willem I werd verzocht te participeren.
Hij stond voor het dilemma te kiezen tussen Engeland en Frankrijk (met veel macht om hem te dwarsbomen in zijn aspiraties) aan de ene kant, of Pruisen en Rusland (de eerste landen die Nederland steunden in de opstand tegen Napoleon) aan de andere kant. Ook had Willem I via zijn vrouw en zijn moeder familiebanden met Pruisen en had hij zelf gevochten in Pruisische gelederen. De Nederlandse afgevaardigden kregen de instructie alleen te tekenen als er echt geen andere uitweg meer was. Dat gebeurde uiteindelijk op 31 januari 1815. Pruisen en Rusland bonden echter al snel in en de zaak werd in der minne geschikt. Op het Congres werd besloten dat Willem de koninklijke waardigheid zou krijgen en dat België en de rechterstrook van de Maas (van Vaals naar de Franse grens) bij Nederland zouden worden gevoegd.
De Nassause erflanden gingen tegen de zin van Willem naar Pruisen in ruil voor Luxemburg, dat van hertogdom tot groothertogdom werd verheven. Willem I zou zijn koninklijke titel pas kunnen voeren vanaf het moment dat alle slotprotocollen van het Congres getekend waren. Dat zou uiteindelijk tot 9 juni 1815 duren. Maar intussen had Napoleon Elba weer verlaten: hij rukte met een groeiend leger op naar Parijs. Hierop besloot Willem I niet langer te wachten op de slotakte.
Op 16 maart 1815 nam hij de titel Koning der Nederlanden aan. Ten gevolge van deze daad van Willem I behoorde het latere België voortaan tot het Koninkrijk der Nederlanden. Het Franse keizerrijk werd hersteld gedurende een periode van honderd dagen. Napoleon trok de Zuidelijke Nederlanden binnen: samen met de geallieerden bood Nederland weerstand en op 18 juni werd Napoleon definitief verslagen in de slag bij Waterloo. Het Wener Congres was intussen weer bijeengekomen. De laatste grenzen werden getrokken en de laatste geschillen beslecht.
Nederland kreeg uiteindelijk nog enige gebiedsuitbreiding langs de Franse grens. Verder ontving het een schadeloosstelling waarmee de vestingen aan de zuidelijke grenzen flink verstevigd konden worden.