Gepubliceerd op 29-06-2020

burgemeester

betekenis & definitie

In Nederland de voorzitter van de gemeenteraad en van het college van burgemeester en wethouders (het dagelijks bestuur van de gemeente). Hij wordt bij Koninklijk Besluit voor zes jaren benoemd.

De burgemeester is verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde en voert bij de lokale bestrijding van branden en rampen het opperbevel. De burgemeester wordt bij afwezigheid vervangen door de wethouder met de meeste dienstjaren (de loco-burgemeester). Als eerste burger vertegenwoordigt de burgemeester de gemeente naar buiten toe. In dit kader vervult hij een protocollaire rol bij officiële bezoeken van leden van het Koninklijk Huis aan zijn gemeente. Bij een officieel bezoek van een lid van het Koninklijk Huis wordt deze als eerste door de commissaris van de Koningin en de burgemeester begroet. In Amsterdam (de hoofdstad) gaat de burgemeester volgens het protocol vóór de commissaris van de Koningin.

In grotere gemeenten komt het regelmatig voor dat de begroeting door een waarnemend commissaris of een loco-burgemeester wordt gedaan, zeker wanneer zijn of haar portefeuille betrekking heeft op het doel van het bezoek. Bij de voorbereiding van koninklijke bezoeken is de burgemeester persoonlijk, dan wel via zijn chef kabinet betrokken. Burgemeesters, die tevens korpsbeheerder zijn, dragen een bijzondere verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de leden van het Koninklijk Huis en de inzet van de politie gedurende het bezoek. Aanvragen voor koninklijke onderscheidingen en de predikaten ‘koninklijk’ en ‘hofleverancier’ behoren tot de burgemeester te worden gericht. In veel gemeenten neemt de burgemeester namens de koningin op Koninginnedag de aubade af.

< >