Eeuwenlang werd het beeld van het Huis Oranje-Nassau bepaald door schilders of beeldhouwers. Dit veranderde omstreeks 1860 toen fotografen entree kregen aan het hof en bijdroegen aan de beeldvorming van de monarchie.
Dit bood de mogelijkheid om met bredere lagen van de bevolking in contact te komen. Het werd een rage om fotoportretten op visitekaartmodel te verzamelen. De koninklijke familie werkte daaraan mee door voor foto’s te poseren, al dan niet op commercieel initiatief. Koningin Emma was zich bewust van de invloed van de nieuwe media film en fotografie. Hoewel er geen bewijs is voor een gerichte visuele propaganda voor de introductie van de nieuwe koningin Wilhelmina in de jaren na 1890, staat vast dat er ruim geposeerd werd voor fotografen en dat er toestemming is gegeven voor het in de handel brengen van fotoportretten. De opkomst van de privé-uitgaven van prentbriefkaarten werd gestimuleerd door de opheffing in 1892 van het monopolie van de PTT op het uitgeven van briefkaarten.
Ook de vele kennismakingsbezoeken van de jonge koningin Wilhelmina en koningin-regentes Emma werden uitgebreid gefotografeerd. De foto’s kwamen in de geïllustreerde tijdschriften en er werden prentbriefkaarten van gemaakt. Beide nieuwe fenomenen droegen bij aan de beeldvorming over Wilhelmina. Bij de inhuldiging en het huwelijk van koningin Wilhelmina werden ook herinneringskaarten in de handel gebracht. Een ware hausse aan ansichtkaarten veroorzaakte de geboorte van prinses Juliana in 1909, waarnaar lang was uitgezien. Vaak ging het om fotomontages.
Ze kwamen tegemoet aan de grote behoefte van het publiek aan beeldmateriaal. Bij volgende grote gebeurtenissen werden daarna altijd ansichtkaarten uitgebracht, zoals bij het huwelijk van prinses Juliana in 1937, de geboorte van haar eerste twee dochters, en haar inhuldiging in 1948. Hetzelfde gold in de jaren zestig bij het huwelijk van prinses Beatrix en de geboorte van haar zoons en de inhuldiging in 1980. Hoewel het versturen van ansichtkaarten aan het eind van de 20e eeuw minder gebruikelijk is geworden, worden nog steeds ‘koninklijke’ ansichtkaarten in de handel gebracht, ook van de jongste generatie. Al sinds de geboorte van prinses Juliana zijn voor ansichtkaarten ook foto’s gebruikt die het werk waren van een trotse moeder (koningin Wilhelmina) of trotse vaders (de prinsen Bernhard en Claus).