(Latijn: vir — man), wat de man, de mannelijkheid kenmerkt. Viriliteit hoort minder tot de fysieke constitutie dan tot de sociale → rol; het is een manier van zijn, van zich gedragen volgens zijn geslacht in de relaties met anderen; het is een houding die zich ontwikkelt al naargelang de maatschappelijke waarden en die zich geleidelijk structureert via de → identificatie die men achtereenvolgens maakt: de jongen wil een man worden zoals zijn vader of zoals de meester die hij bewondert, en om de verlangens van zijn moeder te bevredigen (die → onbewust onderworpen is aan het prestige van de → fallus), die zijn mannelijke kwaliteiten ophemelt (kracht, moed).
Het begrip viriliteit is verbonden met het sociaalcultureel milieu; er bestaan samenlevingen (Markiezeneilanden), waar dit begrip onbekend is. → Eunuchisme, Homoseksualiteit.
