(Latijn: praestigium = illusie), invloed gekoppeld aan → status en succes, welke een of ander bewonderenswaardig karakter lijkt te hebben. Prestige kan verbonden zijn met een persoon (chef, geleerde), met een groep (maatschappelijke klasse, beroep), met een plaats (topfuncties) of met een tijdvak (de gouden eeuw).
Binnen een bepaalde sociaal-culturele groep dwingt prestige eerbied en bewondering af en betekent het, vanwege de invloed die het heeft, een maatschappelijke waarde waaraan men sterk hecht. Het nastreven van prestige komt voort uit de behoeften van de mens tot zelfbevestiging en tot eigenwaarde, behoeften die over het algemeen gestimuleerd worden door het milieu waarin men leeft. Bij de koppensnellers bijv. bevorderen trofeeën de sociale promotie van de krijger; bij de Trobrianders stalt men allerlei soorten voedsel ter bewondering uit, bij de Bantoes is dit vee, terwijl in onze landen mooie kleren, juwelen en dure auto’s deze rol spelen. In de meeste samenlevingen bestaat een door de cultuur bepaalde drang tot → competitie en sociale promotie. Dit verklaart voor een deel het nastreven van prestige, maar waarschijnlijk spelen, onafhankelijk van de aanmoedigingen die uit het milieu komen, andere persoonlijke factoren een rol bij het verlangen uit te blinken. Volgens sommige schrijvers (Dynes, 1956), zou het nastreven van prestige vaak samenhangen met → frustraties uit de kinderjaren en in het bijzonder met het gevoel dat men bij zijn ouders weinig liefde heeft ondervonden, zoniet dat men door hen niet geaccepteerd is.
