Lexicon van de Psychologie

N. Sillamy (1965)

Gepubliceerd op 22-02-2023

HYPNOSE

betekenis & definitie

kunstmatig opgeroepen toestand waarin men gedeeltelijk slaapt en waarin men in staat blijft te gehoorzamen aan bepaalde suggesties van de hypnotiseur. Slaap onder hypnose is heel iets anders dan normale slaap: de zintuiglijke waarnemingen zijn niet verzwakt, concentratie van de aandacht is mogelijk, men kan ingewikkelde handelingen verrichten en de registratie van de elektrische hersengolven (→ elektro-encefalografie) is te vergelijken met die welke men verkrijgt in wakende toestand.

Er is dus sprake van een ‘verlamming van de wil’ (Freud), van een bewustzijnsverdoving. Bij het dier is hypnose een → reflex tot zelfbehoud (Pavlov): onbeweeglijkheid zou een middel zijn om aan agressie te ontkomen. In tegenstelling met wat men lange tijd gedacht heeft, zijn hysterici niet de enige personen die vatbaar zijn voor hypnose. Hypnose wordt gebruikt om de meest uiteenlopende stoornissen te behandelen : huidaandoeningen (Kartamichev), maagziekten, → enuresis (Chertok) enz. In de VS maken tandartsen er veelvuldig gebruik van. Freud die haar toepaste bij de behandeling van → neurosen, verving haar door de → psychoanalyse. → Psychotherapie.

< >