Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Vroonhoeve

betekenis & definitie

Vroonhoeve (Vroonhof) [Frohn, heer], versterkte hoeve waaraan uitgestrekte landerijen waren verbonden. De vroonhoeve was het eigendom van een heer of was door hem in leen ontvangen.

Het land werd bewerkt door → horige boeren, die verplicht waren tot → herendiensten en leveringen in natura. Naast het bouwland lag het gemeenschappelijk land, de → almende, bestaande uit bos-, weide- of heidegrond. Binnen het territorium van de vroonhoeven werden ambachten als nevenbedrijven van de landbouw uitgeoefend.

Grootgrondbezit was in de vroege middeleeuwen geen nieuw verschijnsel, reeds in de Romeinse tijd bestonden latifundia. Nieuw was wel dat de vroonhoeven in grote mate autarkisch (zelfvoorzienend) waren, een gevolg van gebrek aan afzetmarkten. Dat had weer te maken met de drastische afname van het handelsverkeer vanaf de 8e eeuw.

< >