Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Swieten

betekenis & definitie

Swieten, Jan van, Nederlands officier, *28.5.1807 Mainz, +9.9.1888 's-Gravenhage. Van Swieten trad in 1821 in dienst van het Nederlandse leger; hij vertrok in 1827 naar Java, waar hij meestreed in de → Java-oorlog; in 1829 werd hij eerste luitenant.

Teruggekeerd in Nederland nam Van Swieten in 1831 deel aan de → Tiendaagse Veldtocht. Hij ging in 1835 opnieuw naar Nederlands-Indië. In 1849 werd hij kolonel. Van 1849-1858 was hij gouverneur van de westkust van Sumatra. In 1853 werd hij bevorderd tot generaal-majoor en in 1857 tot luitenant-generaal. Van Swieten onderscheidde zich bij de expedities tegen Bali (1848) en tegen Boni (1859-1860). Hij verliet in 1862 de dienst. Van 1864-1866 was hij lid van de Tweede Kamer. Na het mislukken van de eerste Atjeh-expeditie werd hij in 1873 belast met de militaire operaties in Atjeh (→ Atjeh-oorlog). Hij meende door de verovering op 24.1.1874 van de Kraton (herdoopt in Kotaradja) Atjeh gepacificeerd te hebben. Die waarneming bleek spoedig onjuist te zijn. In 1874 keerde hij naar Nederland terug. Van Swieten publiceerde een aantal werken over zijn militaire verrichtingen en politieke denkbeelden.

< >