Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Merchant(s) Adventurers

betekenis & definitie

Merchant(s) Adventurers, Engelse kooplieden, eind 14e eeuw verenigd in een compagnie voor de buitenlandse handel. De compagnie kwam omstreeks 1500 tot grote bloei en verdrong de → Hanze.

Men vestigde zich in Antwerpen en in Hamburg. Op 25.5.1573 werd met de opstandige Nederlandse gewesten een verdrag gesloten, waarbij de Merchant(s) Adventurers beperkte vrijheid kregen op de Schelde te varen, terwijl zij de invoer van munitie in Holland en Zeeland zouden bevorderen en een lening in Engeland zouden plaatsen. Zij beheersten in de 16e eeuw de lakenhandel en verlegden in 1582 de stapel van Engels laken naar Middelburg. In de loop van de 17e eeuw nam hun betekenis sterk af en gingen hun privileges grotendeels verloren. Na een verblijf in Delft (1621) en in Rotterdam (1636) werd hun vestiging in Dordrecht in 1670 opgeheven. Het onbelangrijk geworden kantoor in Hamburg werd in 1807 door Napoleon gesloten.

< >