Mardijkers [Mal. orang merdéka (merdika), vrije lieden], tijdens het bewind van de voc in Nederlands-Oost-Indië uit Angola, Voor-Indië en andere landen afkomstige, vrijgelaten slaven en hun afstammelingen. Veelal waren het ook inheemse soldaten, die in de oorlogen van de voc in de 17e eeuw krijgsgevangen waren gemaakt en daarna vrijgelaten om onder Nederlandse vlag dienst te nemen.
In het begin van de 19e eeuw hield men op met het vormen van Mardijkers-compagnieën. Allengs gingen de Mardijkers op in de (Indo-)Europese bevolking.