Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Marchant

betekenis & definitie

Marchant, Hendrik Pieter, Nederlands politicus, *12.2.1869 Deventer, +12.5.1956 's-Gravenhage. Marchant was van 1894-1901 advocaat en procureur in Deventer; tevens gemeenteraadslid en wethouder.

Hij richtte samen met Josephus Jitta de → Vrijzinnig Democratische Bond op. In 1900 werd hij lid van de Tweede Kamer. Door zijn initiatief-wetsvoorstel werd in 1919 het actieve kiesrecht voor vrouwen mogelijk. In 1933 werd Marchant minister van Onderwijs; hij voerde een vereenvoudigde spelling in (de spelling-Marchant). In 1935 trad hij af in verband met zijn overgang tot het katholicisme; die overgang veroorzaakte nogal wat opschudding, omdat Marchant deze geruime tijd geheim had gehouden.

< >