Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Gwijde van Dampierre

betekenis & definitie

Gwijde van Dampierre, graaf van Vlaanderen (1278-1305) en van Namen (1265-1305), *circa 1226, +7.3.1305 Compiègne; zoon van Willem van Dampierre en → Margaretha van Konstantinopel, gravin van Vlaanderen en van Henegouwen. Gwijde huwde onder anderen met Isabella van Luxemburg (1265), waardoor Namen in zijn bezit kwam.

Op 29.12.1278 volgde hij zijn moeder op als graaf van Vlaanderen; weldra (1285) kwam hij in conflict met de Franse koning Filips IV de Schone, opperleenheer van Vlaanderen. Vanwege de economische macht van Vlaanderen was Filips gebaat bij machtsuitbreiding in dit graafschap. Om zich tegen Filips staande te kunnen houden zocht Gwijde een bondgenoot in de persoon van de Engelse koning Eduard I. Daarom ook verloofde hij zijn dochter Filippinna in 1294 met de Engelse kroonprins. Gwijdes dochter werd echter door de Franse koning gevangengenomen, waardoor het in 1297 tot een openlijke strijd tussen Filips en Gwijde kwam. Bij het Verdrag van Montreuil lieten de Engelsen Gwijde in 1299 in de steek, waardoor Vlaanderen in mei 1300 door Franse troepen onder de voet werd gelopen. Gwijde gaf zich met zijn twee oudste zonen over, maar de Fransen hadden buiten de → Klauwaerts gerekend, de verzetsbeweging die zich achter Gwijde van Dampierre had geschaard. Hun verzet culmineerde in de → Brugse Metten en leidde uiteindelijk tot de Vlaamse overwinning in de → Guldensporenslag (11.7.1302). Gwijde van Dampierre overleed tijdens de onderhandelingen voor het Verdrag van → Athis-sur-Orge in Franse gevangenschap.

< >