Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Beernink

betekenis & definitie

Beernink, H.K.J., Nederlands politicus, *2.2.1910 Maarssen, +22.8.1979 's-Gravenhage. Beernink studeerde rechten in Utrecht.

Van 1933-1935 was hij ambtenaar op de gemeentesecretarie van Papendrecht; van 1935-1939 commies-redacteur op de gemeentesecretarie van Almelo en van 1939-1945 hoofdcommies op de secretarie van het Zuidhollandse Rijswijk; van 1945-1967 was Beernink in Rijswijk gemeentesecretaris. In 1946 werd hij lid van de Tweede Kamer voor de chu; in 1963 fractievoorzitter. Van 1967-1971 was hij minister van Binnenlandse Zaken. Van 1957-1967 en van 1972-1975 was Beernink lid van de Kiesraad en sinds 1975 voorzitter van hetzelfde college. Beernink speelde een belangrijke politieke rol in de Nederlandse binnenlandse politiek, waarbij de uitgangspunten van de chu voor hem het allerbelangrijkst waren. Door de zogenaamde voetnoot-Beernink bleef, ondanks verzet van arp en kvp, de gehele bijbel grondslag voor het cda.

< >