(1898-1962) Belgisch (Franstalig) schrijver. Hij debuteerde met de sombere eenakter La mort regarde a la fenêtre 1917, daarna schreef hij een aantal verhalen, o.a.
L'histoire comique de Keizer Karei 1922. Hernieuwde belangstelling voor het toneel leidde tot het experimentele La mort du docteur Faust 1926 en Christophe Colomb 1928, waarin het Duitse expressionisme duidelijk naar voren komt. Hierna volgde een serie stukken voor het Vlaams Volkstoneel, w.o. Bee/dekens uit het leven van Sint-Franciscus van Assisië 1929, Barabbas 1929 en Pantagleize 1930. Spoedig daarna trok G. zich terug uit de drukke toneelwereld en schreef in teruggetrokkenheid o.a. Sire Halewyn 1934, Magie rouge 1935, La farce des ténébreux 1937, Hop signor 1937 en Fastes d'enfer 1938. Zijn oeuvre omvat ook een magischrealistische verhalenbundel, Sortilèges 1941. G.'s avantgardistische toneelwerk werd pas na WO II gewaardeerd, met name vanwege de opvoering van Fastes d'enfer in Parijs (1949).
