Lexicon der Natuurgeneeskunde

Ernst Meyer Camberg (1981).

Gepubliceerd op 11-06-2020

Zenuwstelsel, autonoom of vegetatief

betekenis & definitie

zorgt in de eerste plaats voor het zelfstandig werken van de inwendige organen, die niet onderworpen zijn aan de wil, voor bloedsomloop, warmteregulatie, het in actie komen van andere zelfstandige functies van het lichaam, die van vitaal belang zijn.

Men onderscheidt sympathische en parasympathische levenszenuwen.

Het sympathisch zenuwstelsel verdeelt zich in zenuwcelstrengen, die in de tussenhersenen liggen en als hersencentra de levensfuncties regelen (waterhuishouding, koolhydratenstofwisseling, lichaamswarmte, vermogen tot geslachtelijke omgang, lichaamsgestalte, enz.), en in de sympathische grensstreng in het ruggemerg, die ter weerszijden van de wervelkolom loopt en bestaat uit een verzameling ganglionknopen die strengvormig met elkaar verbonden zijn en de in het hoofd-, hals-, borst- en buikgebied en in de wanden van de organen aanwezige perifere gangliën. Inwendig is de zonnevlecht de grootste; deze ligt dicht onder het middenrif aan de voorkant van de grote lichaamsslagader. In de zonnevlecht komen de sympathische vezels uit de buikorganen bij elkaar. Voor samenhang met de huidregionen, zie zones van Head.

Bij het parasympathische zenuwstelsel is het bovenste deel nauw verbonden met de hersenzenuwen (III, VII-X, speciaal met vagus X). Verzorgt de regeling van oogleden en wijdte van de pupil, traan- en speekselvloed. Vanuit het onderste deel, dat gelegen is in het einde van het ruggemerg, worden geslachtsorganen, urineblaas en endeldarm verzorgd. Het a.z. is nauw verbonden met het perifere en centrale zenuwstelsel. Het is de verbinding tussen ziel en lichaam. Alle lichamelijke bijverschijnselen van het psychische leven gaan via het a.z.; ook bestaan er nauwe banden met de stofwisseling.

< >