geen fruit met rotte plekken gebruiken, omdat het sap dan niet houdbaar is. Rauw fruit door de vruchtenpers doen en het sap dadelijk gebruiken of houdbaar maken door pasteuriseren (verwarmen tot 57°).
Conserveren met chemische toevoegingen maakt v. minder volwaardig. Zoete most maakt men door het fruit een poos te laten staan met wat suiker en dan pas het sap eruit te persen. Niet teveel suiker, omdat het sap dan moeilijk vrijkomt. Dan door de vruchtenpers. Niet te hard persen, omdat het sap dan te troebel wordt. In schone flessen doen, die tot het ogenblik van vullen warm gehouden worden, afsluiten met in heet water gedompelde kurken en 25 minuten pasteuriseren.
Overgebleven vruchtvlees kan verwerkt worden tot jam. In sappen en zoete most blijven alle goede eigenschappen van het fruit behouden. Vruchtesuikers, vruchtezuren en mineralen lijden meestal niet wanneer ze langere tijd bewaard worden, vitaminen, geur- en smaakstoffen van vele fruitsoorten daarentegen wel.