is het gevolg van het verminderen van het zuurstofgehalte in het bloed. Deze treedt op wanneer de ademwegen geen lucht van buiten meer krijgen aangevoerd (uitwendige v.), of wanneer door vergiften of vernietiging de bloedlichaampjes geen zuurstof meer kunnen opnemen (inwendige v.).
Bij uitwendige v. zo snel mogelijk de belemmering van de luchttoevoer wegnemen, frisse lucht en zuurstof toedienen. Bij inwendige v. kunstmatige ademhaling en bloedsomloop stimuleren.