verhindert het afsluiten van mond- en neusholte. Bij het slikken komt vloeistof uit de neus en bij het spreken heeft de spraak altijd een nasale bijklank.
Veroorzaakt door de giftige werking van de difteriebacil tijdens of na een aanval van difterie. Verdergaande verlammingen kunnen het slikken onmogelijk maken en voeden via een sonde noodzakelijk maken. Wanneer het gif uitgescheiden is gaat de verlamming meestal over zonder gevolgen na te laten. Behandeling: zie Uitleiden.