is de hoeveelheid stikstof in de vorm van eiwit, die het lichaam toegevoerd moet krijgen om te voorkomen dat dit het eigen eiwit gaat afbreken voor de energievoorziening. Onderzoekers op het gebied van voeding verschillen van mening wat betreft het antwoord op de vraag hoeveel eiwit men nodig heeft: de getallen schommelen tussen 118 g (Voit) en 30 g eiwit (Röse).
C. Röse heeft kunnen aantonen dat de eiwithoeveelheid afhankelijk is van de soort en samenstelling van het voedsel. Bij voedsel met een zuuroverschot stijgt de behoefte aan eiwit, bij voedsel dat rijk is aan basen wordt de eiwitstikstof tot 90%, dus bijna volledig, verbrand en heeft men er daarom minder van nodig.