beschermende hoornplaat aan het eind van vingers en tenen. Rust op het nagelbed en groeit vanuit de nagelwortel, die men als een halve maanvormige, lichte schijf door de n. heen kan zien.
De nagel heeft 5-6 maanden nodig om van de nagelwortel tot aan de voorste, losse rand te groeien. Tot aan die voorste rand is de n. nauw verbonden met het nagelbed. Daarom mag men bij het verzorgen niet te diep met een instrument onder de n. gaan: deze mag niet van de onderlaag losgemaakt worden, omdat anders kieren ontstaan die niet meer vergroeien. Huidziekten, eczemen, schubvlecht kunnen vanaf de nagelriem op de n. overgrijpen en daar indeukingen en vlekvorming veroorzaken. Voedingsstoornissen en stoornissen van de interne secretie kunnen eveneens leiden tot vlekvorming en veranderingen aan de n. Schimmels en bacteriën kunnen zich onder de nagelriem en in het nagelbed vermeerderen en omloop en nagelbedverettering veroorzaken. Dikwijls is men dan genoodzaakt de n. te verwijderen en de vorming van een nieuwe af te wachten.