Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Tĕnax

betekenis & definitie

ācis,

1. vasthoudend, geschikt om vast te houden, dens, van het anker, Verg. ; belemmerend, hinderend, sabulum, Curt. | overdr., vasthoudend, bewarend, memoria tenacissima, zeer getrouw geheugen, Quint. ; in ’t bijz., karig, gierig, absol., Cic., quaesiti, Ov., ook = hardnekkig vasthoudend aan, volhardend bij, propositi, Hor., amicitiarum, Vell., absol., (in slechte zin) = koppig, weerspannig

< >