atis, f.
1. zorgeloosheid, in goede zin = onbekommerd-, onbevreesdheid, kalmte, vand. ook = zorgeloos bestaan, behaaglijke rust; in slechte zin = zorgeloosheid, achteloosheid.
2. overdr., veiligheid, bescherming; waarborg, garantie; het gevoel van zekerheid.