langis, f.
1. in ’t alg., elke dicht opeengedrongen slagorde, schaar.
2. in ’t bijz., de gesloten gelederen van het hoofdleger (bij Atheners en Spartanen), de phalanx; de in een langwerpige vierhoek in dicht opeengesloten rijen, 50 man breed en 16 man diep opgestelde slagorde der Macedonische zwaargewapenden, de Macedonische phalanx; overdr., de een langwerpige vierhoek vormende slagorde der Galliërs en Germanen (door de Romeinen aldus genoemd naar de Macedonische).