ācis,
1. bijtachtig, bijterig. | vand. (poët.) fig., bijtend, krenkend; bitter, sollicitudo, Hor.
2. (poët.) overdr., stekend, urtica, Ov. | scherp = snijdend, hakkend, ferrum, bijl, Hor.; bijtend, pumex, Ov., (van smaak) bijtend, scherp, fel, Ov.
Gepubliceerd op 14-02-2022
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: