ae, f. dochter van Zeus, godin der wijsheid, kunsten en wetenschappen, ook van de oorlogstactiek, uitvindster der wolbewerking; spreekw., crassā of pingui Minervā, zonder kunst of geleerdheid, met eenvoudig gezond verstand, Cic., Hor., invitā Minervā, zonder aanleg, Cio., Hor., sus Minervam (docet), de domme onderricht de wijze, het ei wil wijzer zijn dan de hen, Cic.; meton. (poët.) = wolbewerking (spinnen, weven enz.).
Daarv. Mĭnervĭum, ĭi, n. stad en burcht in Calabrië, met een tempel van Minerva, oudste woonplaats der Salentijnen, tegenw. Castro, met de haven Porto Badisco; poët., Minervae arx. Verg.; Mĭnervae prōmuntūrĭum, voorgebergte in Campanië, ten Z. O. van Surrentum, verblijfplaats der Sirenen, tegenw. Punta della Campanella.