Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 20-02-2022

Māvors

betekenis & definitie

vortis, m. archaist. en poët. = Mars, genitor M., Ov., urbs Mavortis, Rome, Verg., puer Italiae Mavortisque, Romulus, Hor.

Daarv. Māvortĭus, Martisch, tot Mars behorende, moenia, Rome, Verg., tellus, Thracië, Verg., proles, de Thebanen, daar zij ontstaan waren uit de tanden van de slang, die aan Mars gewijd was, Ov., Mavortius, Meleager, daar hij voor de zoon van Mars gehouden werd, Ov.

< >