Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Dēdĭco

betekenis & definitie

1. overleveren, mededelen, vand., (voor de census) aangeven, in censum praedia, Cic.

2. (aan de godheid iets als heiligdom) overgeven, wijden, inwijden, templum alci, Cic., delubrum, simulacrum alcs, Cic.; c. acc. der godheid = haar een heiligdom wijden, haar door een heiligdom eren, Iunonem, Liv., Concordiam aede, Ov. | overdr., wijden, toewijden, librum alci, Quint., equi memoriae et nomini urbem, Curt.

< >