Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 16-11-2021

consŏcĭo

betekenis & definitie

(1), (maatschappelijk of staatkundig) verenigen, innig verbinden, tot vriend maken. | vand. ook gemeenschappelijk maken, samen af spreken, met iemd delen, iemd mede in iets betrekken, audaces, Tac., animos eorum, Liv., consociati dii, de gemeenschappelijke bondsgoden, Liv., consociare se in omnia belli pacisque consilia, zich geheel aan zijn politiek aansluiten, Liv.; (van zaken), regnum, Liv., arma cum Gallis, Liv., consilia cum alqo, Cic., cum alqo facinus, gemeenschappelijk plegen, Tac., cum alqo iniuriam, zich verbinden tot het plegen van, Cic.

< >