Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Attĭngo

betekenis & definitie

tĭgi, tactum (3);

1. eig., aanraken; in ’t bijz., (van personen) bereiken, betreden, komen naar, Britanniam, Caes., (van streken of volken) grenzen aan, Ciliciam, Cic. | iets aanroeren = iets van iets afnemen, - zich toeëigenen; van iets proeven, eten; bevoelen; slaan, stoten en in ’t alg. vijandelijk aanraken, aangrijpen; iemd aanroeren = omgang hebben (met een geliefde).
2. overdr., roeren, treffen, voluptas aut dolor alqm attingit, Cic. | in betrekking staan met, behoren tot, aangaan, betreffen, alqm necessitudine, in nauwe betrekking tot iemd staan, Cic. | zich met iets bezighouden, zich aan iets begeven, zijn krachten aan iets beproeven, rem publicam, Cic., gaudia, genieten, Prop. | aanroeren, vermelden, bespreken.

< >