Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Attĭnĕo

betekenis & definitie

tĭnŭi, tentum (2),

1. trans., vast-, op-, terug-, tegen-, inhouden. | overdr., nos in sollicitudine, voortdurend in onrust houden, Sall., alqm spe pacis, paaien, Sall.; (bezit) verdedigen, handhaven.
2. intr., zich naar iets uitstrekken (van plaatsen). | overdr., alqd attinet ad alqm of ad alqd, iets heeft betrekking op, betreft, raakt, is van belang voor, heeft invloed op, Cic.; absol., alqd attinet, of attinet met volgende inf. of acc. c. inf., het komt er op aan, er ligt aan gelegen, is van belang, is nuttig, altijd met voorafgaande negatie of in negatieve vragende zinnen, Cic.

< >