Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Aspīro

betekenis & definitie

(adspiro) (1),

I. intr.,
a. eig., ergens heen blazen, - waaien, (van de longen) lucht uitademen, (van de fluit) de toon aangeven, choris, Hor.; de h voor iets zetten, iets aspireren, consonantibus, Quint. | overdr., gunstig zijn, ondersteunen.
b. praegn., iemd of iets (trachten te) naderen, zoeken te bereiken, er zich heen dringen, in curiam, Cic., ad pecuniam alcs, zich met iemds geldzaken willen bemoeien, Cic.; tot iemd of iets opklimmen, zich verheffen.

II., trans., toeblazen, toewaaien. | overdr., inblazen, inboezemen.

< >