Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Antĭŏchus

betekenis & definitie

i, m.

1. naam van 13 Syrische koningen, als b.v. A. Magnus, A. Epiphanes.
2. naam van verscheiden koningen van Commagene.
3. laatste leerling der Academische school van Ascalon, leermeester van Cicero. Daarv. Antĭŏchīus of -ēus of Antĭŏchīnus, van A. afkomstig, van A.

< >