Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Ambĭtĭo

betekenis & definitie

ōnis, f.

1. eig., het rondgaan met een verzoek, het dingen naar een ereambt, door persoonlijk aanzoek bij het volk, sollicitatie.
2. overdr., zucht, streven naar eer en hoge rang in de staat, eerzuchtige plannen, eerzucht; eerzucht in ’t alg., vand. ook de zucht om te schitteren, ijdelheid, vertoon. | gunstbejag, aanzien des persoons, partijdigheid. | in ’t alg., het ijverig streven, hunkeren naar iets; absol., ijverige bemoeiing.

< >