Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Affīgo

betekenis & definitie

fixi, fixum (3), vasthechten, Prometheum ad Caucasum of Caucaso, Cic., alqm terrae, vaststeken, Liv. | overdr., aan iets of iemd hechten, ketenen, kluisteren, boeien, alci affixum esse tamquam magistro, niet van iemds zijde wijken, Cic.; maken, dat iets blijft hangen, inprenten, animo, Cic., memoriae, Quint.

< >