de gezamenlijke grote Europese machten (Engeland, Frankrijk, Duitsland, Rusland en Oostenrijk-Hongarije) zoals zij zich ontwikkelden uit het Congres van Aken (1818). Zij legden haar wil op aan de kleinere mogendheden; toch hadden zij tot ± 1900 een stabiliserende invloed.
Een der belangrijkste feiten vormde het Congres van Berlijn (1878).