Kunstgeschiedenis

Amsterdam Boek (1959)

Gepubliceerd op 27-01-2022

oud-Amerikaanse kunst – tussengebied

betekenis & definitie

OVERIGE OUD-AMERIKAANSE KUNST: HET TUSSENGEBIED

Ten noordwesten van Columbia verbindt een smalle landtong, de isthmus van Panama, het zuidelijke vasteland met het noordelijke. De bewijzen stapelen zich op voor de theorie, dat deze landtong als trechter heeft gefungeerd, waardoor invloeden op kunst en techniek in twee richtingen doorsijpelden. Anders dan de stammen van Columbia hebben de volkeren van de isthmus geen noemenswaardige architectuur nagelaten, maar hun keramiek en hun metaalwerk zijn opmerkelijk. Enkele kunstvoortbrengselen, die in het isthmische of tussengebied zijn aangetroffen, herinneren sterk aan het Andesgebied; hoe dichter men de zuidgrenzen van het Mayagebied nadert, hoe meer invloeden uit het noorden te onderkennen zijn.

Gouden helmen werden vervaardigd door de Quimbaya’s in Columbia en de stam der Coclé in Panama. De tropische fauna van de isthmus werd vereeuwigd in gouden haaien, alligators, kikvorsen en andere reptielen. Borstplaten met een doorsnede van 20 cm en meer, in onberispelijk reliëfwerk vervaardigd, geven

demonenfiguren te zien, wellicht de goden van deze stammen.

Uit de Coclé-cultuur bleef een gouden machete bewaard, ongeveer 18 cm lang, in reliëfwerk vervaardigd met alligator- en vogeluitbeeldingen; verder een insect met een lichaam uit rond kwarts en vleugels en een kop uit goud; ook een fantasiedier met gouden kop en gouden poten en een lichaam dat bestaat uit één grote ingelegde smaragd. De Chiriqui- en de Veraguasstam van Panama maakten eveneens fraai goudsmeedwerk. Typisch zijn voor hen figuren van tweelinggoden, die wapens dragen of die blazen op trompetachtige instrumenten. In Costa Rica werden ratels gemaakt met menselijke vormen en gongen in diervormen.

De Isthmische volkeren waren zeer knap in het bewerken van steen. Voorbeelden: stenen leunstoelen met diersokkels, ’metates’ in diervorm voor het malen van mais, stenen tweelingfiguren of uitbeeldingen van mensen. Imposante specimina zijn er van de keramiek van deze volkeren. In Costa Rica werd een negatief beschilderingsprocédé toegepast, dat op batikken lijkt. Bij dit procédé wordt het patroon met een beschermende laag overdekt, waarna de rest van het vlak beschilderd wordt; als de beschermende huls is verwijderd tekent het patroon zich dus af in de natuurlijke kleur van de kruik.

Hoe verder door opgravingen wordt doorgedrongen in het verleden van het praecolumbiaanse Amerika, des te beter zijn de verschillen en de ontwikkelingsfasen binnen de verschillende culturen te onderscheiden. Tevens komen allerlei nieuwe namen tevoorschijn. Voor het bestaan van vele praecolumbiaanse culturen in Venezuela en Brazilië wordt thans het bewijs geleverd. Deze Indianen vervaardigden keramiek met oorspronkelijke patronen. Ook beoefenden ze de weefkunst, zij het slechts met lange plantenvezels. Eenvoudige,

maar niettemin effectvolle dessins wisten ze daarmee te vervaardigen.

door Prof. Dr. Pal Kelemen.

< >