DE BOUWKUNST DER MIDDELEEUWEN:
DE GOTISCHE BOUWKUNST IN FRANKRIJK EN DE LAGE LANDEN
In de periode, die wordt omschreven met het stijlbegrip Gotiek, bereikt de middeleeuwse bouwkunst van het avondland haar hoogtepunt. Alle landen van Europa worden bezield door dezelfde conceptie. Hoge religieuze geestdrift draagt deze nieuwe kunst en dat in een tijd waarin het kruistocht-ideaal de politieke grenzen doorbreekt. Uitgaande van het Franse kroondomein, Ile-de-France, drukt de Gotiek haar stempel op de laatste stijlperiode van de Middeleeuwen, die geheel Europa omvat, en die als alle grote stijlperioden haar vroege fase heeft, haar rijpe fase en haar nabloei. Wonderbaarlijke bouwwerken als de Franse kathedralen, de ’klassieke’ scheppingen van de dertiende eeuw, zijn nog steeds de quintessens van de Middeleeuwen. Maar naast de kathedraal, de bisschopskerk, komt nu met eigen pretentie, de parochiekerk te staan en zelfs de profane bouwkunst.
De steeds sterker wordende burgerstand schept een eigen architectuur: raadhuizen, koopmanshuizen, stadsmuren. Tot aan de dertiende eeuw waren keizer, clerici en monniken de dragers van de bouwkunst, maar nu komen de burgerlijke gebouwen op de voorgrond. Reeds in de dertiende eeuw begint de parochiekerk, de kerk der burgers, in grootte en schoonheid te wedijveren met de kathe¬dralen, de bisschopskerken. In de laat-gotische tijd, in de veertiende en vijftiende eeuw, komt er een einde aan het overwicht van de kerkbouw; raadhuizen en hoge torens representeren de macht der steden, koopmanshuizen en handelshallen manifesteren de rijkdom van de kooplieden. De eeuwen van de Gotiek omvatten een ruim tijdsbestek, gekenmerkt door ingrijpende politieke omwentelingen, die in de afzonderlijke landen tot uiting komen in een eigen nuance van de Gotiek.
De term ’gotisch’ stamt uit de Italiaanse renaissance. Daarmee werd de middeleeuwse bouwkunst misprijzend aangeduid als werk der Goten, der barbaren. Pas in de achttiende eeuw krijgt men weer oog voor de artistieke waarden van deze kunst.
door Dr. Ernst Adam.