Akelei (Aquilegia vulgaris): de gewone akelei; ook onze-lieve-vrouwehandschoen.
De verse bloeiende plant. 10% infuus, 12 uur laten trekken. Aanbrengen op de plaats van de aandoening.
Eik (Quercus robur): de gewone eik; ook zomereik.
Zie aarskloofjes.
Glaskruid (Parietaria officinalis): het groot glaskruid; ook muurkruid, perzikkruid.
De gehele verse plant. 10% infuus, 30 minuten laten trekken. Voor natte omslagen.
Kastanje (Aesculus hippocastanum): de wilde kastanje; ook paardekastanje.
De schors van de twijgen. 8% decoct, 10 minuten laten koken. Voor natte omslagen.
Kool (Brassica oleracea).
De bladeren van rode en witte kool. De bladeren goed wassen en vergruizen. Aanbrengen op de aandoening.
Kwee (Cydonia vulgaris).
De zaden. 15% infuus, 3 uur laten trekken. Voor natte omslagen.
Lelie (Lilium candidum); de witte lelie; ook madonnalelie.
De bloembladen. 6% infuus, 50 minuten laten trekken. Voor natte omslagen.
Sintjanskruid (Hypericum perforatum); ook jaag-den-duivel, hertshooi.
De bloeiende toppen, 5% infuus, 25 minuten laten trekken. Voor natte omslagen.
Smeerwortel (Symphytum officinale).
De wortel, ook spekwortel of vetwortel geheten, en de bladeren. 20% infuus, 4 uur laten trekken. Voor natte omslagen.