Aambeien; verwijde of gezwollen adertjes onder aan de endeldarm, die tot bloedingen kunnen leiden.
Biet (Beta vulgaris): de rode biet; ook rode beetwortel, kroot, karoot.
De wortel. Eten bij de hoofdmaaltijden.
Duizendblad (Achillea millefolium); ook achilleskruid, gerwe.
Het bovengrondse deel van de bloeiende plant. 6% infuus, 20 minuten laten trekken. Drie kopjes daags. CONTRA-INDICATIE: bij zwangerschap.
Klis (Lappa major): de grote klis; ook kliskruid.
De wortel: klitwortel. 4% decoct, 15 minuten laten koken. Drie kopjes daags, waarvan een ’s ochtends op de nuchtere maag.
Paardebloem (Taraxacum officinale); ook hondsbloem, papebloem, papekruid, leeuwetand.
De wortel en de bladeren. 6% infuus, 20 minuten laten trekken. Drie kopjes daags. Ook: de bladeren, molsla geheten, eten als salade.
Stokroos (Althaea rosea): de gewone stokroos.
De bloemen van de rode variëteit. 5% infuus, 20 minuten laten trekken. Drie kopjes daags.
Vijg (Ficus carica): de gewone vijgeboom.
De vruchten (eigenlijk schijnvruchten). Twee fijngemalen vijgen mengen met honing en tarwebloem. Aanbrengen op de aandoening.
Zandkool (Diplotaxis tenuifolia).
De gehele bloeiende plant. 6% infuus, 20 minuten laten trekken. Twee of drie kopjes daags.