Gepubliceerd op 11-11-2021

zwakheid

betekenis & definitie

v. zwakheden (1 het zwak [inz. in bet. 1, 2, 4, 5, 6] zijn; 2 in het mv. gebrek, fout):

1 de zwakheid van een zieke, een karakter, een candidaat, een afgelegd examen, een geluid, schijnsel; zwakheid uw naam is vrouw;
2 kleine, beminnelijke menselijke zwakheden.

< >