keek uit, h. uitgekeken (naar iets in zekere richting voortdurend kijken): wat we ook uitkeken, er was niets te zien; zijn ogen uitkijken, a) lang, aanhoudend naar iets kijken, b) zeer verwonderd zijn; nog: je bent hier gauw uitgekeken, er is hier weinig te zien; je wordt hier uitgekeken, men kan je goed gadeslaan; iem. de deur uitkijken.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk