o. uitersten (einde, het laatste): de zieke lag op zijn uiterste, hij zieltoogde; R.-K. de vier uitersten van den mens, de dood, het oordeel, de hemel en de hel; iem. tot het uiterste brengen, tot wanhoop, tot het laatste van zijn geduld; ik houd niet van uitersten, overdrijving; de uitersten raken elkaar; van het ene uiterste tot het andere vervallen; in uitersten vervallen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk