Gepubliceerd op 11-11-2021

opstappen

betekenis & definitie

stapte op, i. opgestapt (1 stappende naar boven gaan, opwaarts treden; 2 in een bepaalde richting voortstappen; 3 opstaan en heengaan; fig. sterven; 4 op iets stappen, het betreden; inz. instappen in een rijtuig enz.):

1. een stoep een paar treden opstappen;
2. beiden stapten de weg op naar V.;
3. het is al laat, laten wij opstappen; de man is al lang opgestapt;
4. stap op en laat je wegen; een dikke menheer stapt op, maar vindt geen plaats.

< >