Gepubliceerd op 11-11-2021

oppas

betekenis & definitie

m., in de 2e bet. oppassen (het oppassen, zorg; O.-I. inheemse politiedienaar, diender, ter beschikking v. d. ambtenaren bij het binnenlands bestuur; inheemse suppoost en boodschaploper op kantoren, bode; ook: inheemse politieagent, postbode): Z.-N. een goede oppas hebben, goed verzorgd worden.

< >