onderhuurde, h. onderhuurd (1 op slinkse wijze, ook door meer geld te geven, een reeds gehuurd pand enz. onder de hand huren met vervanging van den eersten huurder; 2 iets huren van den huurder uit de tweede hand):
1 iem. een knecht onderhuren;
2 van dit huis mogen geen delen onderhuurd worden.