bn., bw. (1 [als] van een ketter of ketters; 2 van personen: ketter zijnde, met ketterij besmet):
1. ketterse leringen;
2. ketterse vrijgeesten.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
bn., bw. (1 [als] van een ketter of ketters; 2 van personen: ketter zijnde, met ketterij besmet):
1. ketterse leringen;
2. ketterse vrijgeesten.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: